Faculteit der Rechtsgeleerdheid
4 september 2020
Diana Dankers – Hagenaars: ‘Iedereen die een krijtje kan vasthouden, kan toch ook goed lesgeven? Zo werd op de universiteit een aantal jaar geleden vaak over onderwijs gedacht. In 2008 veranderde dit, toen werd de BKO (Basis Kwalificatie Onderwijs) op de faculteit ingevoerd. Voortaan moest elke medewerker met onderwijstaken ook didactisch onderlegd zijn. Toen het bestuur me vroeg om de rol van BKO-secretaris op me te nemen, was ik meteen enthousiast omdat onderwijs een prominentere rol zou krijgen dan tot dan toe aan de universiteit het geval was. Het was het begin van veel meer bewuste aandacht en waardering voor het docentschap.’
Didactische competenties
Diana Dankers – Hagenaars begon haar carrière in het middelbaar onderwijs. Tijdens de studie Franse taal- en letterkunde behaalde ze haar eerstegraads lesbevoegdheid en daarna werkte ze een aantal jaar als docent Frans. In de avonduren volgde ze de studie Rechten, en begin jaren negentig werd ze als docent/promovendaaangenomen bij de FdR.
Het viel haar meteen op hoe weinig belang er op de universiteit werd gehecht aan didactische competenties. ‘Waarom moeten docenten in het middelbaar onderwijs een lesbevoegdheid halen en universitair docenten niet?’, vroeg ik me af. ‘Ik zag dat docenten nogal eens zonder lesplanning van start gingen en dan tegen het einde van een college of werkgroep in tijdnood kwamen. Het vooraf formuleren van de leerdoelen van een vak was geen gemeengoed, terwijl dat voor een betrouwbare en transparante examinering juist cruciaal is.’
Diana was niet de enige die dit signaleerde; de roep om een onderwijskwalificatie voor universitair docenten werd steeds breder gedeeld. Vanaf 2008 moeten alle medewerkers met een onderwijstaak de Basis Kwalificatie Onderwijs behalen. Hierin leren docenten hoe ze onderwijs kunnen vormgeven en organiseren, en hoe ze studenten goed kunnen begeleiden.
Diana: ‘Voor mij was dat zoiets van: eindelijk aandacht voor de onderwijskundige kant van de academische wereld. Voor mijzelf gold vanzelfsprekend ook dat ik de BKO moest behalen, ook al had ik jaren lesgegeven op een gymnasium en werkte ik al bijna 17 jaar aan de FdR. Onderwijs geven aan universitaire studenten is toch net weer even anders.’Twee jaar later begon Diana vanuit volle overtuiging als facultair coördinator van de BKO.
Anderen helpen
Onderwijs heeft Diana altijd gegrepen. ‘Toen ik Franse taal- en letterkunde studeerde was het behalen van de eerstegraads lesbevoegdheid een soort van vangnet. Ik dacht: zo kan ik altijd overal ter wereld mijn geld verdienen. Maar tijdens de onderwijsstage werd ik gegrepen door de ambitie om echt goed onderwijs te willen geven.’ Diana: ‘Het is geweldig om bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van scholieren en studenten, te zien dat bij hen het ‘licht’ aangaat. Onderwijs geef je niet vanuit eigenbelang, maar vanuit de overtuiging anderen vooruit te willen helpen. Ik probeer altijd om leerlingen en studenten in hun totale context te zien en te leren kennen. Dan kun je echt contact maken en inspelen op hun behoeftes.’
Scepsis
Op de universiteit heeft er tijdenlang scepsis geheerst ten aanzien van onderwijskwalificaties, aldus Diana. ‘Academische carrières verlopen doorgaans via het onderzoek, niet via onderwijsprestaties. Toen tien jaar geleden bekend werd dat ook de zittende staf de BKO moest behalen, verwachtte ik veel weerstand. Gelukkig waren er binnen de faculteit hoogleraren die meteen aan het kwalificatietraject deelnamen. Zij waren de ambassadeurs, hadden een voortrekkersrol. Dit heeft heel veel gedaan voor het draagvlak.’
Het bestuur van de faculteit heeft de onderwijskwalificatie vanaf het begin zeer serieus genomen, zegt Diana. Expertise die werd gemist, werd ingekocht. Er werd een Toetsingscommissie BKO ingesteld waarin een externe toetsdeskundige zitting had. 'Dit is belangrijk voor de borging van de kwaliteit. Ik had in het begin een pioniersrol. Mijn taak zag vooral op de certificering van de zittende stafleden. Zij moesten aantonen dat ze over de benodigde competenties beschikten om voor een verkorte procedure in aanmerking te komen. De BKO werd ook een bevorderingsinstrument, vereist om een volgende carrièrestap te maken. Ik ben me altijd zeer bewust geweest van die belangrijke rol die de BKO innam.’
Prachtig vak
Ik heb vooral ontzettend veel voldoening en plezier gehaald uit de afgelopen tien jaar, besluit Diana. ‘Ik zat in het hart van de onderwijsontwikkeling, ik ken de faculteit van binnenuit. Voor internationale docenten heb ik me hard gemaakt om eisen te harmoniseren, daar kreeg ik erkenning voor terug.’ Ook nu haar rol als facultair BKO-coördinator erop zit, blijft ze zich met onderwijszaken bezighouden, onder andere als lid van de Toetscommissie.
Of ze ooit nog naar het middelbaar onderwijs terugkeert? ‘Ik heb de afgelopen jaren de hele buurt eindexamentraining Frans gegeven, dus het zou zomaar kunnen. Het onderwijs blijft een prachtig vak, ik sluit niets uit, maar de combinatie onderwijs en onderzoek in mijn baan aan de FdR biedt toch wel de mooiste combinatie van twee werelden.’
Over het TLC
Sinds 1 augustus 2020 is de facultaire BKO-toetsingscommissie opgeheven en is het thema docentprofessionalisering overgegaan naar een UvA-brede organisatie: het Teaching & Learning Centre (TLC). In dit centrum komt expertise vanuit alle faculteiten samen, en gaat het onder andere om docentprofessionalisering, onderwijsinnovatie en kennisdeling.